Kerk Eenum

Historie van de kerk

Hoewel het niet onmiddellijk zichtbaar is, staat in Eenum één van de oudste bakstenen kerken van de provincie, gebouwd aan het einde van de 12e eeuw. Waarschijnlijk zal de kerk er ongeveer net zo uit hebben gezien als de kerk van Oosterwijtwerd.

In de loop van de eeuwen is er veel veranderd aan de kerk; hier en daar zijn nog resten te zien van een spaarveld, is een oud venster zichtbaar in de noordgevel, duiden naden op oude venstertjes en een boog in het midden van de zuidgevel op een romaanse ingang. In de 15e eeuw kwam er een ingang in de zuidmuur, de huidige ramen zijn waarschijnlijk in de 16e eeuw ingebroken. In de 18e eeuw zijn bakstenen montanten – waarvan resten zijn aangetroffen – door houten sponningen vervangen, in 1845 werd de oostgevel gebouwd na afbraak van de apsis. Het dak kreeg toen een wolfseinde, maar bij de restauratie in 1977 werd een rechte top aangebracht. Volgens het jaartal op de windvaan is de toren van 1710. De luidklok is van 1410, en is na afbraak van de toren van de kerk van Oosternieland in 1823 verkocht aan de kerk van Eenum.

Het meubilair staat nog net zo als vóór de restauratie, hoewel de kleuren gewijzigd zijn. Onder de pleisterlagen zijn schilderingen uit het eind van de 16e eeuw teruggevonden. Bovenlangs de muren loopt een rode bies, langs de westhoeken is een band van rood en grijs getrokken. Rond de vensters aan de zuidzijde zijn ‘natuursteenblokken’ geschilderd. Verder vindt men op deze wand een geschilderde zuil, een tekst in een cartouche, een geschilderd rond venster en een wijdingskruis uit een vroegere periode.

In de kerk bevinden een grafzerk en aan de noordwand een gedenksteen uit 1742 van Reint Alberda, borgheer te Eenum.